Stadswandeling in Nijvel
werd bezocht op 12 september 2009
Ons bezoek aan Nijvel werd een ware ontdekking van een klein, weinig bekend
provinciestadje. Met een gids, geboekt via het
Office du Tourisme,
bezochten we de Collegiale Sint Gertrude en maakten we een wandeling langs de
verschillende monumenten die de stad rijk is.
Het bezoek werd afgesloten met een lekker bruin biertje : de Saint Jean de
Nivelles.
De bijhorende "Tarte Al Djote", een taartje met kaas en kruiden, moet u
beslist eens proeven. Maar begin met een klein stukje : de doordringende
geur valt niet bij iedereen in de smaak.
Voor een bezoek aan Nijvel is een gids onontbeerlijk. Zonder raak je niet in
de mooiste plaatsen van de Collégiale.
Volgende tekst werd overgenomen van de
site van de stad Nijvel. De foto's zijn van Jozef.

Geschiedenis van Nijvel
Nivelles ontstaat en ontwikkelt zich vanaf 648 rond een abdij,
opgericht door St.-Gertrudis, dochter van Pepin van Landen, voorouder van
Karel de Grote.
Als stad met geschiedenis en traditie is Nivelles met zijn 24.000 inwoners
de hoofdplaats van het « Roman Païs » geworden.
De Collegiale Sint Gertrude
In de romaans-ottonische stijl opgetrokken werd ze ingewijd in 1046 door
de bischop WAZON in't bijzijn van keizer Hendrik III. Dit merkwaardig bicefaal heiligdom heeft twee tegenover gestelde koren
en twee dwarsbeuken. Het oostelijk koor is verheven boven een krypte met
kruisgewelven.
De laatromaanse westbouw dagtekent van de 12e eeuw. Die bevat een absis,
twee tribune-kapellen, een ruime hoge zaal (19m) ook « keizerlijke zaal »
genoemd (toegankelijk langs een wenteltrap met 132 schreden), een
achthoekige toren (vervangt een gotische torenspits vernietigd door het
luchtbombardement van mei 1940) en twee hoektorentjes .
In de klokketoren hangt een beiaard (49 klokken, totaal gewicht 14.298
kg).
Aan het zuidelijk torentje hangt Jean de Nivelles, 2,08 m hoog, in
wapenrok van verguld messing en gewapend met een hamer. Hij zou dagtekenen
van de 15e eeuw en weegt 350 kg.
De restauratie van de westbouw was af in 1984.
Aan de buitenkant draagt de zuidelijk puntgevel van de oostelijke
dwarsbeuk de naam St Pieter en is gekenmerkt door een zeer verzorgde en
rijke versiering uit de tweede helft van de 12e eeuw.
Na de tweede wereldoorlog werd hij grondig gerestaureerd.
Binnenin is de Collegiale opvallend door haar afmetingen ; 102 m lang
van koor tot koor.
Slechts een gedeelte van het belangrijk meubilair werd behouden in de
kerk. Daaronder een preekstoel in hout en wit marmer (1772) van Laurent
Delvaux (1695-1776) en zijn leerling P.Lelièvre (1731-1815) die de
ontmoeting voorstelt van Jesus en de Samaritaanse . - Een houten beeld van
Sint-Gertrude. - Een altaar met een doek van Van Thulden in een
barok-versierde omlijsting.-Een geel koperen koffer waarin het schrijn van
Sint-Gertrude steekt. Deze kast, laatgotisch, staat op een mausoleum
omgeven door een gotische geel- koperen afsluiting.
Een prachtig renaissance koorgestoelte (16e eeuw). - De houten
afsluiting van de kapel O.L.V. van Hal (16e eeuw).- De wagen van St
Gertrude, gotisch gebeiteld en geschilderd (15e eeuw).- Het modern schrijn
van F. Roulin, enz.
De krypte
(geklasseerd) onder het oostelijk koor is de grootste in onze streken
(22 X 10,5m). Deze drie-beukige krypte van de 11e eeuw is verdeeld in zes
travees. Ze is bedekt met kruisgewelven en de hoofdbeuk geeft uit op een
absis.
De archeologische opgravingen, enig in Belgïe en gelegen onder de
hoofdbeuk, bevat de resten van vijf opeenvolgende kerken die de huidige
kerk voorafgingen (7e tot 10e eeuw).
In de eerste merovingische kerk (rond 650) bevinden zich
de graven van St
Gertrude en haar houders.
De laatste karolingische kerk (10e eeuw) bevat het graf van Ermentrude,
klein-dochter van Hugues CAPET, tot koning van Frankrijk uitgeroepen in
987. Ermentrude stierf waarschijnlijk in 1001 toen ze twee of drie jaar
was.
Nog andere getuigenissen van het verleden in die opgravingen werden
blootgelegd tussen 1941 en 1951.
Het kloosterpand (geklasseerd) tegen de Collegiale in een overgangswerk uit de 13e eeuw.
De bogen zijn nog romaans geinspireerd maar de kapitelen vertonen reeds de
gotische invloed.
De noordelijke gaanderij is de enige die haar oorspronkelijk aspekt
behouden heeft, de andere werden op een willekeurige wijze gerestaureerd
rond 1845. Het kloosterpand bevat meerdere grafstenen en klokken afkomstig van de
beiaard die in 1940 verwoest werd. Dit pand getuigt van een kapittel van kanunniken en kanunnikessen dat
de oorspronkelijke monniken verving.
Rond de Collegiale
Vlak naast de collegiale ziet men de Drinkfontein (19e eeuw),het
Gerechtshof in neo-gotische stijl, het Stadhuis en de Waux-Hall waarin
zich het Onthaallokaal van het Toerisme Bureau en de Openbare Bibliotheek
van Waals-Brabant bevinden.
Op de grote markt, ter hoogte van de toren Jean de Nivelles, bevindt
zich de geklasseerde Fontein van het gotisch Perron opgericht in 1523 door
de abdis Adrienne de Moerbeke om het water van de Clarisse op te vangen.
Dit slank monument was vroeger, in 1618, getooid met een afbeelding van
aartshertog Albrecht maar werd later vervangen door de aartsengel Michael,
één der patroonheiligen van de stad (nu spijtig genoeg 'gestolen'). Dit beeldje, werk van de Nijvelse beeldhouwer Marcel COLLET, werd
geplaatst tijdens de restauratie van de fontein in 1922. Dit monument werd volledig gerestaureerd in 1984.
Tegenover de westbouw op een honderdtal meters in Seutinstraat is de
geklasseerde Simonetoren te zien. Dit is de laatste overgebleven van elf
torens die samen met de nu verdwenen wallen de stad omringden vanaf de 12e
eeuw. De wachtzaal, verlicht door hoge schietgleuven is nog zichtbaar als ook
de resten van een twee meter dikke voormuur.
Deze puinen zijn kostbare dokumenten om inzicht te krijgen in de
middeleeuwse militaire bouwkunst.
Het geschiedkundig en kunst Museum
Het Museum is ondergebracht in een hoekhuis van de 18e eeuw, oud
refugiehuis van de Trinitariers van Orival. Er gaat een landeliike charme van uit door de evenwichtigze voorgevel
met wilde wingerd begroeid en door de geplaveide binnenplaats die
toegankelijk is door twee monumentale poorten.
Het bezoek van het museum vervolledigt en sluit aan bij een bezoek van
de Collegiale St Gertrude.
Inderdaad worden er meerdere merkwaardige geschilderde en gebeeldhouwde
getuigenissen van de kerk uit de middeleeuwen en uit de 18e eeuw bewaard.
Vier grote kalkstenen apostelbeelden komen van het middeleeuws doksaal
dat nu verdwenen is.
Die werken zijn pronkstukken van de brabantse gotische beeldhouwkunst
door de ontroering die ze uitstralen, de hoogstaande uitvoering en door de
intensiteit der houdingen, der gezichten en van de inwendige bezieling.
Meerdere gebeeldhouwde reliëfs behoren tot dezelfde kunststroming. De
dekoratieve elementen van de 18e eeuw zoals de grote schilderijen van
DUMESNIL en de wapenschilden van de vermaarde families omkaderd door eiken
Louis XV motieven herinneren aan de rijkdom en de glorie van het zeer
adellijk Kapittel van Nivelles.
Van deze periode bezit het Museum een verzameling studies in terra cota
van Laurent Delvaux waarvan de monumentale werken op een prachtige wijze
de Collegiale van Nivelles en van meerdere kerken in ons land versieren.
De aantrekkelijkheid van die terra cottas ligt in de natuur zelf van
die vlugge en spontane ontwerpen. Ze leiden ons zonder omwegen naar de
kern van Delvaux'kunst; kracht der vormen, lichamen en bewegingen steeds
bedwongen door de klassieke stelregel van gestrengheid en evenwicht.
Er is nog veel meer in dat Museum. De houtsnijkunst is goed
vertegenwoordigd door meerdere kwaliteitsvolle werken. Evenzeer verdienen
onze aandacht twee grote olieverfschilderijen van de vlaamse school
(toegeschreven aan B. an Orley) en een prachtig Brussels wandtapijt van de
16e eeuw. De liefhebber van antieke meubels zal zijn gading vinden in
koffers, kasten, uurwerken, schouwen, musiekinstrumenten, koorgestoelte en
lambrizeringen die met smaak in verschillende ruimtenzijn ondergebracht.
Samen met de portretten, de dokumenten en de munten roepen ze de
geschiedenis van de stad en haar omgeving in ons op.
Op de tweede verdieping tonen de archeologische verzamelingen ons een
andere menselijke geschiedenis, die veel ouder is en veel langer duurde.
In een eerste zaal wordt de evolutie van de levenswijze en de
technieken uit de voorgeschiedenis geschetst vanaf de verschijning van de
mens in onze streken ongeveer 50.000 jaar geleden. In de tweede zaal wordt
de klemtoon gelegd op de talrijke aspekten van de gallo-romeinsebeschaving
zoals ze zich bij ons ontwikkelde vooraleer ze vernietigd werd door de
germaanse invallen. Enkele uitstalramen vertonen bijzondere themas zoals
de muntstukken, de juwelen, brons-en ijzerwerk.
Alle voorwerpen zowel romeinse als voorhistorische werden gevonden
tijdens opzoekingen en opgravingen in de streek uitgevoerd en voorgesteld
op de fotografische dokumenten.
De Poort van Saintes
Deze monumentale poort in de Saintesstraat, werd ingehuldigd in september
1963 ter gelegenheid van de verbroedering der steden Nivelles en Saintes (Charente
Maritime). Dit monument is het gemeenschappelijk werk van een nijvelse architekt,
een beeldhouwer van Saintes en een brabantse tekenaar. Het is bedekt met een leiendak en versierd met een elegant torentje
ingegeven door een torentje op een gebouw te Saintes.
Op de binnenkant van het monument prijken twee mooie mozaïeken die op
een grondplan van de twee zustersteden bronzen afbeeldingen weergeven van
de bijzonderste monumenten uit die twee steden.
De Kerk en het Oud Klooster van de Minderbroeders
Links voorbij de poort van Saintes bevindt zich het oud klooster der
minderbroeders. Voor de gebouwen, op het plein van de Herinnering, staan de monumenten
opgericht ter ere van de strijders van 1830 en de doden van de twee
wereld-oorlogen. Omwille van haar historische en bouwkundige waarde in de kerk van de
minderbroeders het tweede belangrijk monument van Nivelles.
De franciskanen richtten een klooster op in Nivelles in de 13e eeuw. De gebouwen ondergingen veel verbouwingen en veranderingen in de loop
der tijden. De huidige kerk dagtekent uit de 16e eeuw.
Na een eerste retauratie faze, begonnen in 1960, werd de kerk geopend
in 1964 als parochiekerk St Jan en Niklaas.
Een tweede restauratie faze, beeindigd in 1972, gaf aan de kerk en de
gebouwen hun huidig uitzicht.
De kerk is indrukwekkend eenvoudig naar de geest der franciskanen en
heeft één lange rechthoekige beuk die eindigt op een vijfdelige absis. De rekonstruktie van het schrijn van St Marie van Nivelles (dite
d'Oignies) is de zuidelijke muur geplaatst.
Glasramen van André Blank werpen hun prachtig licht vanuit de
koorvensters en die van de voorgevel.
Aan de ingang van de noordelijke kapel prijkt een witstenen beeld van
de maagd met kind van de beeldhouwer Jean Willame.
Twee keramieken van Max van der Linden, geplaatst op de pijlers van het
doksaal stellen de patroonheiligen van de kerk voor : Sint Jan de
Evangelist en Sint Niklaas.
Tegen een hoek van de buitengevel leunt een bronzen St Franciskus van
Christian Leroy, herinnering aan de oorspronkelijke kerk.
Het Torentje
Deze vierkanten bakstenen toren, vlakbij de weg naar Mons, gebouwd in het
begin van de 17e eeuw, werd geklasseerd in 1965 en gerestaureerd in 1968.
Op een balk van de eeste verdieping prijken de wapens van Marguerite de
Haynin, abdis van Nivelles.
Er worden regelmatig tentoonstellingen ingehouden en het kunstcentrum
"Les Oeuvriers" is er in ondergebracht.
Volgende wandeling
|